Bijtjes

Voor een stichtelijk moment

Onderwerp bijenteelt uit "Handboek voor den beoefenaar van den landbouw" uit 1854.

Pollentellingen

Als u interesse heeft in de hoeveelheid pollen in de lucht (welke planten en op welk tijdstip), kijk dan eens op de site van het Elkerliek ziekenhuis in Helmond voor het pollenweerbericht in deze regio.

Hoe begin ik ‘t best en voordeeligst met bijenhouden?

Is de titel van een kleine brochure uit 1926 geschreven door bijenteeltonderwijzer J.W. van Helden uit Liessel. Een collega-imker uit Deurne had een vele malen gekopieerd exemplaar van deze brochure. Omdat het jammer is als dit soort verhalen verloren zou gaan en iedereen ze zou moeten kunnen lezen is de complete originele tekst inclusief foto’s en advertenties opnieuw in elkaar gezet. Als u het bestand zelf 2-zijdig afdrukt hebt u ook een exemplaar. Er zal geen copyright meer op rusten. Interessant zou zijn te weten of er nog een origineel exemplaar bestaat. Veel leesplezier.

"Hoe begin ik ‘t best en voordeeligst met bijenhouden?" 

Nederlandse bijen

Als u buiten uw honingbijen ook bent geinteresseerd in andere bijen dan moet u zijn op:
Het meest complete, digitale overzicht van bijen met beschrijving van 192 in Nederland en Vlaanderen voorkomende bijen of bijensoorten.

124 jaar

Uit het 'groentje' Jaargang 1 nr 3 van 1898 blijkt dat Noord-Brabant een van de eerste provinciale afdelingen van de VBBN was en binnen onze regio Valkenswaard, Heeze en Bergeijk de eerste afdelingen. 124 jaar oud dus. Dit artikel en vele andere kunt u vinden in het 'archief' van onze landelijke website.

Bijen vliegen beter als ze hun poten laten bungelen. Dat bewezen onderzoekers van de Universiteit van Californië, Berkeley.

Hoe vliegt een bij? Hoe houdt hij zijn snelheid en hoe blijft hij in de lucht overeind? Onderzoekers van de Amerikaanse Universiteit van Californië, Berkeley bestudeerden de bijenvlucht in een windtunnel om deze vragen te beantwoorden. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Society for Experimental Biology, deze week in het Britse Canterbury, presenteerden ze hun bevindingen.

De Amerikanen voerden hun onderzoek uit in Panama. De tropische bijen lokten ze met een lekker luchtje. Geleid door hun reukorgaantjes vlogen de insecten de experimentele windtunnel in, waar ze meteen fiks de wind van voren kregen. De windsnelheid werd steeds een beetje opgevoerd, tot het moment dat de bijen er letterlijk bij neer vielen. Hun vliegkunsten filmden de onderzoekers met twee hogesnelheidscamera’s.

Opmerkelijk was dat de bijen hun achterpoten naar beneden strekten, als ze sneller gingen vliegen (oftewel harder moesten opboksen tegen de wind). Daardoor hadden ze weliswaar meer weerstand, maar ook meer stabiliteit. Hun uitgestoken landingsgestel zorgde ervoor dat ze in de lucht niet omrolden en gaf ze meer stuwkracht bovendien. Nuttige informatie voor fabrikanten van miniatuur vliegtuigen, die worden gebruikt voor verkenningsmissies en reddingsacties, denkt onderzoekster Stacey Combes.

De hoogst gehaalde snelheid van de bijen was 26 kilometer per uur. Echt lekker vlogen de insecten bij die snelheid alleen niet meer. Ze hingen scheef of zelfs eventjes helemaal ondersteboven. Voordat ze uitgeput naar beneden dwarrelden.

Bijenroman

Dit boekje (Bijenstad van Frank S. Stuart), een verhaal in romanvorm over het leven van een bijenvolk trof ik aan op een boekenmarkt. Het is weliswaar oud, uitgave 1940!, maar voor leken die willen weten hoe het zit met bijen boeiend om te lezen.